Heb jij de bovennatuurlijke gave van het niet oordelen al ontvangen?
Sinds God Zijn Licht in mijn hart heeft geschenen en ik me bewust ben geworden van mijn eigen zonden, fouten en tekortkomingen en diep geleerd heb mezelf te vergeven en te aanvaarden door Gods geschenk van Genade te aanvaarden, heb ik ook de gave van het niet oordelen naar anderen ontvangen. Maar ook daarin ben ik niet volmaakt. Ik leer nog dagelijks. Wat is het moeilijk om steeds in de genade van God te blijven en nog anderen nog jezelf te veroordelen.
Daar waar ik vroeger snel was in oordeel en kritiek omdat ik het beter wist, ben ik nu uiterst voorzichtig geworden. Wie ben ik om te oordelen. Ik ken de situatie niet. Ik ken de drijfveren niet. Ik ken het verleden niet. Ik ken de last niet die ze dragen. Ik zie steeds meer dat we allemaal worstelend door het leven gaan. De een worstelt met die zonde, de ander met een andere zonde en/of verkeerde gewoonte, angsten enz. De ene zonde en tekortkoming is heel zichtbaar, van een ander is zij verborgen. Ook zogenaamde heilige mensen en mensen in een bediening, voorgangers en dominees en predikers zijn ook mensen en worstelen hun eigen worsteling tegen de zonde. Op het moment dat iemand denkt heiliger te zijn dan de ander, valt die persoon al 20 levels naar beneden in heiligheid. Want juist hoogmoed en trots zijn de meest hardnekkige zonden die er zijn en zijn het meest gangbaar bij mensen met een podium.
Als we een ander oordelen gaan we in de stoel van God zitten. Het is niet aan ons om te oordelen maar om lief te hebben.
In mijn werk als counselor hoor ik heel veel levensverhalen van mensen. Sommige mensen hebben zoveel meegemaakt in hun leven dat ik een enorme bewondering voor ze heb dat ze dit hebben overleefd. Het is niet meer dan logisch dat zo’n leven sporen na laat. Daar kun en mag je iemand niet over oordelen. God kijkt niet naar het uiterlijk. Hij weegt alles mee en ziet onze worsteling en is trots op ons.
De ene persoon krijgt veel meer lijden en strijd in zijn leven dan een ander. Daarom is het zo triest dat ook in het christendom we elkaar vaak meten naar de mate van uiterlijke heiligheid en succes. Maar God kijkt niet naar de mate van heiligheid in ons leven. God kijkt naar ons hart. God woont bij de nederige van hart. Bij de zieken en zwakken en zondaars die beseffen dat ze redding nodig hebben.

Toen mensen een zondares bij Jezus brachten die ze betrapt hadden op overspel was Jezus niet geschokt. Hij zag een vrouw in nood met een hart vol schaamte en berouw. Hij zag een oordelende menigte die in het geheim dezelfde zonde in hun hart droegen en nog erger dan deze. De menigte eiste van Jezus dat deze vrouw volgens de wet gestenigd moest worden.
Zo kunnen wij met ons oordeel en kritiek mensen stenigen. Zelfs dienstknechten van God die hun best doen om God te dienen worden vaak massaal gestenigd door oordeel en kritiek van mensen die het zogenaamd beter weten. Social media staat vol met deze stenen gooiers. We kunnen veel beter bidden voor mensen in een bediening dan stenen gooien.
Jezus was verdrietig over de hardheid van de mensen. Hij schreef op de grond en sprak:
“wie zonder zonde is werpe de eerste steen”
Toen dropen de mensen een voor een af. Als eerste de oudste onder hen.
Jezus die als enige in staat was om te oordelen, oordeelde de vrouw niet maar sprak haar vrij.
Jezus is niet gekomen om te oordelen maar om te behouden.
Laten wij mensen liefhebben en stoppen met oordeel en kritiek.
Met de maat waarmee je de ander oordeelt zul je zelf geoordeeld worden.

Oordelen in de leer.

Waar wij als christenen vooral goed in zijn is elkaar te veroordelen over de leer. We verheffen de leer boven de Heer zelf en scheppen zo verdeeldheid binnen het lichaam van Christus. In plaats van de eenheid te zoeken in de Genade die ons in Christus geschonken is gaan we op zoek naar verschillen in leer waar we elkaar op kunnen aanvallen.
Niemand onder ons kent de Waarheid volkomen. In alle nederigheid mogen we al zoekende en tastende met vreugde waarheidstukjes van Gods ontdekken en met elkaar delen, wetende dat het puzzelstukjes zijn en niet de volkomen Waarheid zelf. Samen mogen we de puzzel van God maken zodat Zijn beeltenis steeds meer Zichtbaar mag worden door de eenheid in Liefde van Zijn kinderen.
Maar in plaats daarvan denken we vaak dat ons puzzelstukje de volledige puzzel is en dat de ander fout zit. In plaats van dat we onze openbaringen met elkaar delen, naast elkaar leggen en in elkaar gaan passen komt er strijd en oordeel.
Blijkbaar vinden we het leuker om stenen te gooien naar een ander dan te kijken hoe de puzzelstukjes in elkaar kunnen passen.
Als we stenen gooien voelen we ons beter. De puzzel komt dan echter nooit af.
Het geeft ons een goed gevoel het beter te weten dan de ander.
We hoeven onszelf niet te onderzoeken of ons te openen voor het ander stukje.
Maar we vergeten dat de aarde rond is.
De steen die we gooien komt op termijn altijd terug op ons eigen hoofd.
Door te oordelen missen we de zegen die de ander voor ons kan zijn.

Efeze 3:17 Want dan zal Christus in jullie hart wonen door jullie geloof. Dan zullen jullie stevig geworteld zijn in zijn liefde, net zoals een boom met zijn wortels stevig in de grond staat.
18 En dan zullen jullie samen met alle andere gelovigen gaan zien hoe breed en hoe lang, hoe hoog en hoe diep de liefde van Christus is.

1 Corinthiërs 12:21 Een oog kan niet tegen een hand zeggen: “Ik heb jou niet nodig.” En het hoofd kan niet tegen de voeten zeggen: “Ik heb jullie niet nodig.”

Mattheus 7:Jezus zei tegen zijn leerlingen: “Oordeel niet over andere mensen. Dan zal God ook niet over jullie oordelen.
2 Want zo streng als jullie over iemand anders oordelen, zo streng zal er ook over jullie geoordeeld worden. Met de maat waarmee jullie iemand anders meten, zullen jullie zelf ook gemeten worden.

Johannes 8:6 Maar Jezus bukte Zich en schreef met zijn vinger in het zand.
7 Maar ze bleven verder vragen. Daarom kwam Hij overeind en zei tegen hen: “Wie van jullie is nooit ongehoorzaam aan God? Laat híj als eerste een steen naar haar gooien.”
8 Toen bukte Hij Zich weer en schreef verder op de grond.
9 Maar toen ze dat hoorden, drong het tot hen door dat ze zelf ook niet altijd leefden zoals God het wil. Ze gingen één voor één weg, de leiders het eerst. De vrouw